Visserij
De vangsten bestaan hoofdzakelijk uit 1-jarige sprot.
In vroeger jaren (o.a. jaren ’90) heeft bijvangst van jonge haring in de sprotvisserij bijgedragen tot een ineenstorting van het haringbestand. Sinds 1996 stelt de EU jaarlijks een TAC (maximaal toegestane vangst) vast. Deze wordt meestal niet opgevist vanwege de opgelegde beperkingen aan de bijvangst van haring. Minstens 60% van de vangst moet uit sprot bestaan. De hoge olieprijs van de afgelopen jaren is ook een rem op deze visserij.
Vistuigen
Sprot wordt gevangen met trawlnetten en ringzegens. Deense industrievissers vangen 90% van de sprot voor vismeel en visolie.
Kleinschaliger kustvisserij in Nederland, Duitsland en België vist met de ankerkuil, staande kuil of het drijfnet. In Duitsland wordt sprot uit de Baltische zee gerookt, de Kieler Sprot.
Drijfnetten tot 1 km lengte worden op zee gebruikt. Er is veel ruimte nodig. Betonning, scheepvaart, andere visserij en zandbanken zitten snel in de weg.
In riviermondingen waar het drukker is en je tussen de zandbanken zit, wordt traditioneel met de kuil gevist.
Hoe selectief
Ankerkuil en trawlnet zijn niet selectief en bestaat het risico op bijvangst van jonge haring. Drijfnetvisserij kun je selectief maken door de maaswijdte aan te passen. Sprot heeft een breder model (buikje) dan jonge haring.
UIT DE VISSERIJPRAKTIJK
Uit eigen experimenten weten we dat je met een maaswijdte van 33 mm of meer in het drijfnet geen jongen haring vangt.